Het idee om de Aconcagua te beklimmen was geboren na de succesvolle toppoging van de Kilimanjaro (5895m). Een beklimming die achteraf relatief simpel zou lijken in vergelijking met de andere bergen die volgden. In aanloop naar de Aconcagua volgde, onder begeleiding van Mountain Network, de Gran Paradiso (4061m), de Mont Blanc (4810m) en de Elbrus (5642m).
Op deze bergen leerde ik in touwgroepen te lopen, met stijgijzers om te gaan, de juiste kleding te kiezen bij de koude temperaturen, effectief je rugzak te pakken, voldoende te drinken, op tijd te eten, bevriezings- verschijnselen voor te zijn, je breekmoment te herkennen, door te zetten als je er doorheen zat, om te gaan met hoofdpijn, je rust te pakken, dat training loont en om te relativeren. Allemaal ingrediënten die me bij de beklimming van de Aconcagua hebben geholpen de summit te halen. Een goede voorbereiding maar in dezelfde mate voldoende ervaring liggen eigenlijk altijd ten grondslag aan een succesvolle prestatie.
Onderstaande tekst zijn fragmenten uit mijn reisverslag en geven een paar momenten weer zoals ik die tijdens de beklimming van de Aconcagua heb ervaren.
Start van de expeditie
De grote verzameling van gekleurde duffels gaan in een aanhanger en wij stappen met 16 man (12 Nederlanders, 3 gidsen en de chauffeur) in een kleine bus. Het is 180 kilometer van Mendoza naar Penitentes waar op 2700 meter hoogte een hotel staat dat in deze periode met name door bergbeklimmers wordt bezocht. De rest van het dorpje is uitgestorven en oogt als een spookstad. De eigenaar van het hotel is een Engelsman, Steve, die de hier 6 jaar geleden een mooie gelegenheid zag wat op te bouwen maar door het technisch faillissement van Argentinië in 2014 nog steeds niet uit de schulden is. Het eten smaakt er echter voortreffelijk en ik besef me opeens dat dit de komende 2 weken wel anders zal worden.
Er heerst een lichte maar gezonde spanning in de groep. De komende 3 dagen moeten we 50 kilometer afleggen om bij het basiskamp te komen. We volgen de Rio de las Vacas en kamperen in het wild bij Pampa de Lenas en Casa de Piedra.
Ik loop dit stuk met een 30 liter dagrugzak (5kg) waar ik wat extra kleding, een lunchpakket en 2 liter water in meeneem. M’n 75 liter rugzak (22 kg) met de zwaardere spullen worden tot en met het basiskamp op de rug van een muildier vervoerd. Gelukkig hoeven we die nu nog niet zelf te dragen.
Onderweg in de vallei
Aan het einde van de middag komt Casa de Piedra (3200m) in zicht. Vanaf dit punt gaan we morgen in westelijke richting een andere vallei in. Aan het eind van die vallei torent de hoogste berg van zuid-Amerika ver boven de bergketen uit. De Aconcagua. Imponerend hoog. De berg lijkt nog eindeloos ver weg en het is moeilijk voor te stellen dat we daar over 12 dagen op de top staan. Fingers crossed.
We eten goed en blijven veel drinken om voldoende gehydrateerd te blijven. Nadeel is dat ik door het vele drinken mezelf twee keer per nacht uit m’n warme slaapzak moet ritsen en de tent uit moet. Het is hier buiten de tent ’s nachts net onder het vriespunt en aardig koud in m‘n thermokleding. Maar als je dan toch buiten staat heb je wel een adembenemend uitzicht op de heldere hemellichamen en schitterende sterrenstelsels. Ik probeer er nog wat foto’s van te maken maar de ijzige kou drijft me na 1 poging weer heel snel de tent en m’n slaapzak in.
Basiskamp
Vandaag hebben we om 10:00 de medische check bij de dokter waar we worden gecontroleerd op hoogteziekte, bloeddruk, zuurstofsaturatie en hartslag. We worden per twee personen een klein huisje binnen geroepen, dat dienst doet als artsenpraktijk. Daar zitten Mariano, onze hoofdgids, en de dokter. M’n bloeddruk is hoger dan normaal maar op deze hoogte schijnbaar prima want met 160/100 is er geen probleem. M’n zuurstofsaturatie geeft 90 aan op de oxipulsemeter en met een hartslag van 85 valt alles binnen de marge. Een geruststellend gevoel, ik mag verder.
Vandaag moeten we ook onze eigen voedselpakketten voor de komende week samenstellen. Het avondeten staat al vast maar voor het ontbijt en voor onze lunchpakketten mogen we zelf een keuze maken wat we graag willen eten en hoeveel we van alles mee willen nemen. Ons eigen eten moeten we de komende week overigens zelf dragen dus ik denk wel twee keer na wat ik echt nodig heb. Het is een moeilijke keuze tussen wat je lichaam theoretisch nodig heeft bij alle inspanningen en waar je op de hoger gelegen gedeeltes überhaupt nog zin in hebt en natuurlijk wat je aan gewicht mee kan slepen. Samen met het avondeten kom ik op 8 kilo eten voor 5 dagen. Dat komt dus bovenop de 20 kilo die ik sowieso al mee moet nemen.
Naar kamp 1
We zigzaggen de berg op. De realiteit dringt weer even tot me door. De continue spanning op alle spieren vreten energie. De zuurstof toevoer is beperkt en de verzuring remt de bewegelijkheid van m’n benen. De fysieke pijn is op zich tot daar aan toe maar de mentale flexibiliteit wordt ook behoorlijk op de proef gesteld. Het tergend langzame tempo trekt al m’n kracht weg om door te zetten, m’n doel vervaagt en ik vraag me af wat voor zin dit nog heeft. Toch zegt een ander stemmetje dat het de inspanning dubbel en dwars waard is als ik de top haal. Nog even doorzetten. Even door tot de volgende pauze. Een oud Chinees spreekwoord zegt: ’10.000 meter begint met een eerste stap’. Gewoon doorgaan dan kom je er uiteindelijk vanzelf. Ik klamp me vast aan die wijsheid en vervolg m’n monotone ritme.
Ik herken het eindpunt van onze route naar kamp 1 en zie dat m’n tentmaatje de binnentent al heeft opgezet. Hij loopt erg makkelijk en was al iets eerder aangekomen. Het is nog een hele toer om de binnentent in bedwang te houden bij deze wind. Ik schat windkracht 7. We gooien onze rugzak in de binnentent die daardoor stevig aan de grond blijft plakken. De buitentent is wat lastiger om in bedwang te houden en slaat door de wind alle kanten op. De scheerlijnen gieren gevaarlijk om ons heen maar uiteindelijk lukt het ons om de tent stevig te verankeren. Ik duik erin en leun tegen m’n rugzak. M’n ogen sluiten zich en ik hoor op de achtergrond het geluid van de wind steeds zachter worden.
Naar kamp 2
Ik open een oog en m’n andere volgt ook. Ik knijp er even mee en ik probeer me er toe te zetten om op te staan. Dat is onder deze omstandigheden geen standaard operatie. Zodra ik m’n slaapzak open rits verdwijnt de comfortabele warmte als sneeuw voor de zon. Ik trek spastisch zo snel mogelijk een paar extra lagen over m’n thermokleding aan en transformeer m’n kussen weer terug in de donsjas die ik nu hard nodig heb. Muts op, handschoenen aan en ik rits de tent open om op zoek te gaan naar warm water. De gidsen hebben dat meestal al voor hun tent klaar staan, wat zoveel betekent dat zij al sneeuw hebben geschept, het hebben gesmolten en in de thermojerrycans hebben gedaan. Ik ontbijt met wat cornflakes, poedermelk, suiker en warm water. Thee en een energiereep. Twee plakken cake en wat koekjes. Meer krijg ik niet weg. We pakken alle spullen in onze rugzak en breken de tent af. Klaar om te vertrekken en klaar om weer wat dichter bij de top te komen.
Mariano roept ons achter in de ochtend bij elkaar om te vertellen hoe de weersverwachting er uit ziet en wat dat betekent voor de planning van de komende dagen. Een spannend moment want tot nu toe waait het krachtig tot stormachtig en zien we geregeld horizontale sneeuwpluimen bij de top van de Aconcagua wat aangeeft dat het daar aardig spookt. Er zijn dan ook weinig tot geen expeditieteams die de afgelopen weken een toppoging hebben ondernomen. Er verschijnt een glimlach op het gezicht van Mariano als hij vertelt dat de komende 2 dagen de vooruitzichten optimaal zijn. We hebben extreem veel geluk. Ik bal m’n vuisten en gooi ze omhoog terwijl ik een vreugdekreet uitschreeuw. Right on! Ready to go!
Slapen op 6000 meter (kamp 3)
Kamp 3 ligt op een klein vlak stuk op 6000 meter hoogte. Hier staan al een tiental tweepersoons tentjes, met name van de mensen die vandaag de toppoging ondernemen. Iedereen die een paar dagen op het goede weer heeft kunnen wachten is vandaag omhoog gegaan. Dat is goed nieuws want daardoor zal het morgen iets minder druk zijn.
We zetten de tent weer op en ik heb een stevige hoofdpijn. Ik ga even liggen en bedenk dat we hier op 6000 meter hoogte zijn. Hoger dan de Kilimanjaro. En hier gaan we vannacht slapen. M’n eetlust is niet optimaal en het avondeten krijg ik met moeite weg. Ik weet dat ik het nodig heb en dwing mezelf mijn bord leeg te eten.
Summit-day!
03:30 worden we wakker gemaakt. Ik pak m’n headlight en schijn de tent rond. De binnenkant van het tentdoek glinstert van een dun laagje ijskristallen die er tegen aanhangen. Gecondenseerde en bevroren adem. Een klein tikje tegen het tentdoek zorgt ervoor dat er wat kristallen als sneeuw naar beneden dwarrelen. Zo goed en zo kwaad als het gaat werk ik wat cornflakes naar binnen en eet wat repen en een koek. Ik vul m’n thermosfles niet met thee maar met tomatensoep voor onderweg.
05:00 starten we onze toppoging naar de summit. M’n lichaam heeft al enorm veel energie verbruikt en ik ben m’n reserves aan het aanspreken (ik blijk bij thuiskomst 4 kilo te zijn afgevallen). De adrenaline en het effect van de ijle lucht op m’n denkvermogen verbloemen de gedachte dat ik mogelijk moe zou kunnen zijn. Vol goede moed start ik de tocht naar de top.
Negen uur later loop ik de laatste stappen omhoog en bereik ik de top van de Aconcagua! Het gevoel en besef om op dit hoogste punt te staan maakt veel los. Een lang gekoesterde droom is in vervulling gegaan en niet zonder slag of stoot. Dit is veruit de zwaarste beklimming geweest tot nu toe.
Al met al blijven we een half uurtje op de top en bereiden ons dan voor op de afdaling. Ik doe rustig aan en ben voorzichtig. Het is steil en akelig glad en ik wil hier geen misstap maken.
Ik ben blij als ik in de verte het kamp zie liggen alhoewel het toch nog een aardig stuk lopen is. Een groot gedeelte van het team staat ons met open armen op te wachten en ze zijn blij dat we terug zijn. Ik ben ook blij maar behoorlijk uitgeput. We worden uitdrukkelijk verzocht niet te gaan slapen maar veel te blijven drinken. Ik ga wel even liggen, adem diep en besef dat ik de top heb gehaald en het moeilijkste gedeelte achter de rug heb. Nog 2 dagen afdalen en dan zijn we terug in de bewoonde wereld. Ik ben enorm blij en voel me ongelofelijk trots.
Het beklimmen van elke berg heeft me tot nu toe enorm veel geleerd. Niet alleen over bergbeklimmen maar ook om te relativeren en de wereld en het leven op een andere manier te bekijken. De bergen hebben iets magisch dat veel losmaakt, veel brengt en je veel geeft. Wat dat is, is voor iedereen ongetwijfeld anders maar ik kom er altijd geestelijk rijker van terug.
Veel succes en plezier in de bergen,
Wilco